Insight + Research

A presentation at Vakgroepoverleg 01.2019 in January 2019 in by Suzanne Smit

Slide 1

Slide 1

Insight + Research Dit jaar willen we meer van elkaar leren tijdens het vakgroepoverleg. De basis hiervoor is het boek ‘This Human’ gecombineerd met wat jullie hebben aangegeven te willen leren. In dit vakgroepoverleg gaan we het hebben over insight en research. Hoe stel je je als ontwerper en onderzoeker op als je onderzoek doet, en hoe zorg je dat je waardevolle inzichten ophaalt? Je komt hier de komende twee uur meer over te weten. Laten we beginnen met een oefening.

Slide 2

Slide 2

Oefening 1 Wat is jouw definitie van bewust met geld omgaan en bewust lenen?

Slide 3

Slide 3

Oefening 2 Als je kinderen zou hebben, wat voor keuze(s) hoop je dan dat zij zouden maken in dit leenstelsel?

Slide 4

Slide 4

Hoe jij je als researcher of designer opstelt tijdens het human centered design proces beïnvloed alles wat je doet en denkt. Vandaag kijken we naar welke dingen jouw waarnemingen beïnvloeden wanneer je werkt met ideeën en inzichten. Je leert hoe je zeker weet dat je met de waarheid werkt in plaats van je eigen opvattingen.

Slide 5

Slide 5

Je overtuigingen Iedereen heeft overtuigingen die ons oordeel over wat goed en fout is of wat goed en slecht is bepalen. Ze filteren de informatie die je ontvangt en kunnen de interpretatie van wat je observeert vervormen. Dat is normaal. Als researcher en designer moet je je bewust zijn van je eigen overtuigingen, vooroordelen en meningen. Je moet ze begrijpen zodat ze echte inzichten voor de mensen waarvoor wij ons werk doen niet in de weg staan.

Slide 6

Slide 6

Je overtuigingen Overtuigingen zijn aan ons gegeven door onze ouders, cultuur en maatschappij en zijn diep geworteld Onze overtuigingen zijn aan ons gegeven door onze ouders, cultuur en maatschappij. Ze zijn zo diep geworteld dat we je je vaak niet realiseert dat je ze hebt.

Slide 7

Slide 7

Je overtuigingen Ze gaan over onszelf en de wereld om ons heen en vertellen ons bijvoorbeeld wat goed en fout is Sommige opvattingen gaan over onszelf, wat we wel of niet kunnen. Anderen gaan over de wereld om ons heen. Wat goed is en wat slecht, wat mogelijk is en wat niet.

Slide 8

Slide 8

Je overtuigingen Overtuigingen kunnen stimulerend of belemmerend zijn Je overtuigingen kunnen je energie geven en vooruit stuwen, of je beperken en tegenhouden. Beperkende overtuigingen hebben heb je vaak over jezelf gecreëerd, bijvoorbeeld door iets wat je in je jeugd hebt meegemaakt. Omdat ze helpen betekenis te geven aan je ervaringen worden ze zelfversterkend. Het is belangrijk om daarbij stil te staan. Naar overtuigingen als ‘Je kunt dit niet’ of ‘ Je bent hier niet goed genoeg voor’ mag je nooit luisteren als je werkt met ideeën en inzichten.

Slide 9

Slide 9

Je overtuigingen Het is belangrijk om je overtuigingen up-todate te houden Externe overtuigingen kunnen gedateerd raken als je je niet blootstelt aan andere levensstijlen, culturen en maatschappelijke gebruiken. Het is belangrijk ze up-to-date te houden, in lijn met onze veranderende tijden en je veranderende zelf. Als je je niet bewust bent van je eigen overtuigingen en hoe ze je werk beinvloeden zoek je wellicht naar bewijzen die versterken wat je al denkt, in plaats van de waarheid van iemand anders’ realiteit.

Slide 10

Slide 10

Je vooroordelen Als je weet wat je overtuigingen zijn kun je je bewust worden van hoe ze je waarnemingen beïnvloeden. Dat zijn de vooroordelen die je hebt.

Slide 11

Slide 11

Je vooroordelen Vooroordelen beïnvloeden hoe je de wereld ziet Je vooroordelen beïnvloeden hoe je de wereld ziet.

Slide 12

Slide 12

Je vooroordelen Ze bepalen bijvoorbeeld waar je je wel of niet prettig bij voelt en waar je wel of niet bang voor bent Ze bepalen waar je wel of niet prettig bij voelt of wel of niet bang voor bent. Soms moet je je voor je werk in een situatie begeven die ver buiten je comfortzone is. Bijvoorbeeld als je onderzoek doet naar vluchtelingen of schulden. In de achtergrond spelen altijd je vooroordelen mee over situaties of groepen mensen. Ook dit is heel normaal en het is belangrijk dat je je daar bewust van bent.

Slide 13

Slide 13

Oefening 3 Wat zijn jouw overtuigingen en vooroordelen in oefening 1 en 2? Ga terug naar de antwoorden die je bij oefening 1 en 2 hebt opgeschreven. Herken je hier overtuigingen en vooroordelen van jezelf? Durf je te delen wat je hebt opgeschreven? Wat vinden jullie van elkaars overtuigingen? Heb je vooroordelen?

Slide 14

Slide 14

Je mening Soms werk je met materiaal dat je niet kent omdat het buiten je persoonlijke ervaringen ligt. In deze situaties zoeken we vaak naar manieren om te begrijpen wat we ontdekken en hebben dan snel een mening over wat we zien. Om echte inzichten te krijgen moet je je gedachten over wat goed en fout is, goed en slecht, aanvaardbaar of niet aan de kant zetten, zodat je minder snel oordeelt over wat je ziet. Tijdens het ontdekken van nieuwe inzichten moet je een open houding blijven hebben en niet te snel conclusies trekken. Gooi je zekerheid uit het raam. Als je ergens over oordeelt, zorg dan dat je je daar bewust van bent. Dat kan door jezelf een aantal vragen te stellen.

Slide 15

Slide 15

Je mening Ben je je bewust van hoe een ander zijn eigen realiteit ervaart?

Slide 16

Slide 16

Je mening Onderscheid je de situatie of actie van de persoonlijkheid? Projecteer niet je gevoel over een situatie op de persoon waarmee je werkt.

Slide 17

Slide 17

Je mening Welke waarden gebruik je om een situatie te beoordelen? Gebruik je de waarden van jezelf of de waarden van een ander?

Slide 18

Slide 18

Je mening Hoeveel weet je eigenlijk écht over een situatie? Hoe meer je leert en begrijpt, hoe minder zeker je wordt over je mening.

Slide 19

Slide 19

Oefening 4 Welke mindset herken je het meest bij jezelf? En welke bij je collega’s? De volgende oefening gaat over mindsets. Welke herken jij bij jezelf? Kies er 1 uit en deel er 3 uit aan collega’s.

Slide 20

Slide 20

Betekenis geven In ons werk zijn we vaak sterk afhankelijk van onze hersenen om te begrijpen wat we waarnemen. Maar we krijgen onbewust zoveel meer informatie mee dan we bewust registeren.

Slide 21

Slide 21

Betekenis geven Volg je intuïtie Als je informatie verzamelt doe je dat met je zintuigen, of je je daar nu bewust van bent of niet. De meeste informatie ontsnapt aan je aandacht, maar wordt onbewust wel waargenomen. Die onbewuste waarnemingen voeden je intuïtie. Soms moet je een stap terug nemen om je onderbewuste de tijd te geven die informatie te verwerken. Het helpt om je dan even bezig te houden met iets compleet anders, zodat je onderbewuste zijn gang kan gaan.

Slide 22

Slide 22

Betekenis geven Weet waar je het voor doet Je maakt het beste werk als je weet waar je het voor doet. Het geeft je energie en werkt als een kompas. Dus wees je bewust van de mensen en situaties waar jij je werk voor doet.

Slide 23

Slide 23

Betekenis geven Blijf relevant Het is makkelijk om af te dwalen, zeker in het begin van een project, als alles nog abstract is. Het is belangrijk om richting te blijven houden en te blijven werken in de context van je project.

Slide 24

Slide 24

Betekenis geven Stimuleer je nieuwsgierigheid Zonder nieuwsgierigheid stel je geen vragen, en zonder vragen ontdek je geen nieuwe inzichten. Als je een open geest houdt ben je minder beschermend naar ideeën en overtuigingen die je al hebt opgedaan. Als je werkt met ideeën en inzichten werkt een beginnersgeest het beste.

Slide 25

Slide 25

Oefening 5 Schrijf op wat je opvalt aan dit researchmateriaal. Wat kun je aan de hand van dit materiaal leren over studenten?

Slide 26

Slide 26

Oefening 5 Welke observaties reflecteren jouw waarden? Even over hebben.

Slide 27

Slide 27

Inzichten

Slide 28

Slide 28

Inzichten Een inzicht is een samenstel van observaties, data, trends, argumenten, ervaringen of kennis voortkomend uit onderzoek

Slide 29

Slide 29

Inzichten Een inzicht ontkracht of bevestigt een aanname

Slide 30

Slide 30

Inzichten Een inzicht geeft antwoord op je onderzoeksvraag of hypothese

Slide 31

Slide 31

Inzichten Een inzicht vult je huidige kennis aan of geeft je een nieuw perspectief

Slide 32

Slide 32

Inzichten Enkel data, zonder analyse is geen inzicht

Slide 33

Slide 33

Inzichten Een losse observatie, zonder duidelijke oorzaak en gevolg is geen inzicht

Slide 34

Slide 34

Inzichten De mening van een gebruiker is geen inzicht

Slide 35

Slide 35

Inzichten De wens van een gebruiker is geen inzicht

Slide 36

Slide 36

Oefening 6 Welk inzicht kunnen we definiëren uit dit researchmateriaal?

Slide 37

Slide 37

Slide 38

Slide 38

Envision + Strategic Design De volgende keer gaat over het hoofdstuk ‘Envision’ uit This Human en over Strategic Design. Wie wil dat voorbereiden?

Slide 39

Slide 39

Thuisopdracht (This Human, p. 11) Wat zijn jouw overtuigingen, helpen ze je of houden ze je tegen?

Slide 40

Slide 40

Thuisopdracht (This Human, p. 34) Soms voel je weerstand in je werk. Je bent dan waarschijnlijk aan iets gehecht.

Slide 41

Slide 41

Thuisopdracht (This Human, p. 40) Bedenk een oefening om tot een inzicht te komen en voer die uit met een participant.